Waandenkbeelden
Het kwaad geprojecteerd op duivels en heksen
Tussen circa 1450 en 1700 werden in grote delen van Europa duizenden mensen, vaak vrouwen, beschuldigd van hekserij / toverij. Ze werden uit de samenleving gestoten en dikwijls terechtgesteld.
Het geloof in magische (demonische) krachten en angst voor deze krachten speelden toen een grote rol in het dagelijks leven van vrijwel de gehele bevolking.
Tot ver in de zestiende eeuw verdedigden tientallen gezagsdragers het geloof in het bestaan van heksen en demonen. Pas na een lang gevecht kon de rede het geloof bevrijden uit de vicieuze cirkel van magie en sentimenteel bijgeloof. Het magisch denken, dat ouder is dan het wetenschappelijk denken, verdween niet geheel. Telkens weer dook het op.